Een atelier vol ateliers
Kunstenaar Berend Strik (1960) verbindt met naald en draad kunstwerken aan elkaar. Iedere kunstenaar is volgens hem schatplichtig aan zijn voorgangers. Hij onderzoekt waaraan zijn eigen werk verwant is. Past zijn werk, waarin hij foto’s bestikt met lapjes fluweel, in de traditie van andere kunstenaars die foto’s bewerken of hebben die kleine stukjes stof verwantschap met verf of misschien wel heel andere vlekken? En wat vond zijn zoon eigenlijk van de zogenaamde “pornootjes”, de met de naaimachine bewerkte foto’s uit seksblaadjes. Ze verkochten goed.
Voor zijn onderzoek naar de ateliers van vakgenoten bezocht Strik 75 ateliers van beroemde kunstenaars over de hele wereld. De foto’s die hij daar maakte, bewerkte hij in zijn eigen techniek tot grote, nieuwe kunstwerken. Dit mondde uit in een lijvig boek “Deciphering the Artist Mind”, vormgegeven door Irma Boom, dat in oktober 2021 uitkwam.
Hester loopt met Berend rond in zijn atelier en herkent de stapels klosjes en strengetjes garens zoals in het atelier van haar moeder. Hoe kun je hun techniek nou het beste omschrijven? Is het borduren, naaien of stikken? En maakt de techniek of hoe hard je werkt uit voor de erkenning als kunstenaar?
Met dank aan: Berend Strik, Jacqueline Grandjean